Dirck van Baden
Wie was Dirck van Baden, de naamgever van onze Stichting? Onderstaande tekst is overgenomen van de website: www.culemborgzoalshetwas.nl.
Dirck van Baden woonde aan het eind van de 16e eeuw in het huis ‘In den Keyser’ aan de Markt. Dit huis - met daarin een wijnhandel - had hij gekocht van de erfgenamen van Coenraad Suermonts weduwe. Als stadssecretaris had Dirck van Baden van 1566 tot 1604 een hoge positie met grote verantwoordelijkheid. Daarnaast was hij ook rentmeester van het Elisabeth Weeshuis.
In 1598 werd Culemborg geteisterd door een zware pestepidemie die vele slachtoffers maakte. Na afloop van deze epidemie offerden degene die geen doden aan de pest hadden verloren uit dankbaarheid royaal aan de armen van Culemborg. Hoogstwaarschijnlijk was dat de reden dat Dirck van Baden en zijn vrouw Anna van Diemen op 17 april 1599 testamentair lieten vastleggen dat er in hun tuin drie woningen voor oude vrouwen gebouwd zouden worden.
Citaat uit dit testament
In 1599 den 17 april maken 3 nieuwe cameren staende agter hun erv tegenover het weeshuis, om er in te doen wonen 6 arme oude frouwen, welke ‘met geen nieuwe of quade en geloven besmet zijn. De testateurd verzoeken aan die vrouwen in hunne dagelijckse gebeden niet te vergeten, maar naarstig onze Zaligmaker voor hun te bidden. ‘Tot instandhouding dezer huijsjens en tot de …. bepaalde …. aan die vrouwen vermaken zij Hun Bouwhof tot Mourik op …..genaamd den Haag. Er zullen zijn drie bestuurderen, waaronder een administrateur, deze moet ieder jaar op St. Jansdag in de zomer voor de twee overige, en drie in de camers wonende vrouwen rekening doen.
Van de nieuwe protestantse leer moest dit vroom Rooms-katholieke paar dus niets hebben. De vrouwen moesten Dirck van Baden en zijn echtgenote gedenken in hun gebeden. Revenuen voor het in stand houden van de woningen en het onderhoud van de bewoonsters kwamen uit een stuk land op Maurik. Het toezicht berustte bij drie regenten, onder wie een administrateur die ieder jaar op Sint-Jan (21 juni) verantwoording moest afleggen.
Vroeger stonden voor de huisjes stenen palen, die doormiddel van stangen met elkaar verbonden waren en zo een afscheiding met de straat vormden. Deze palen zijn later als stoeprand gebruikt. Zij liggen nu in de tuin van Markt 13 en doen dienst als zitbank. In een van de palen is het wapen van Van Baden nog zichtbaar, wat bewijst dat Dirck van Baden een zeer welgestelde burger was.
bron: Frank van Schutterhoef en Jack van der Winkel